Uit het niets ontstaat alles.

Het alles is niets.

Het zijn de afspraken die wij met elkaar maakten en de gedachten die we daar aan wijden, die maken dat de wereld er uit ziet zoals ze doet. Wij kunnen nooit van elkaar te weten komen of de betekenis van wat we zien, voor ieder gelijk is. Voor ieder mens is het woord gebonden aan een verschijningsvorm. Teruggaand naar scheppingsmystiek is het ‘Het woord wat schiep’.
Wat is dan eigenlijk de betekenis van het beeld? De navolging van het woord? Of bestaat het beeld ook autonoom?

In mijn schilderijen ben ik op zoek naar het autonome beeld. Ik werk vanuit het niets: leegte, betekenisloos zijn. Er is geen vooropgezet plan, geen beeld om naartoe te werken. De onthechting van het plaatje.
Op zoek naar het bestaan van de ‘niet-vorm’.
Een transcriptie voor leegte. Is leegte plat of juist multi-dimensionaal?
In het proces is er geen bepaling over onder en boven, links of rechts. Het is vechten met de materie om een andere laag te bereiken. Heen en weer tussen versobering en het vuur van kleuren.
Het grote geheel is een tijdloos ‘zijn’. Ontstaan uit een opeenstapeling momentopnames die tezamen, tijdloos/grenzeloos moeten worden. Wat over moet blijven is een blik in verschillende dimensies tegelijk.